Responsive image

Aanhef

Download de app voor meer functionaliteit.

Aanhef

Aanbeveling van de Commissie

van 19 oktober 2009

betreffende procedures voor bronbelastingvermindering

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/784/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Veel lidstaten heffen een bronbelasting op inkomsten uit effecten. Deze bronbelasting wordt ingehouden door de emittent van de effecten of door een financiële intermediair die bij de betaling van de inkomsten betrokken is.

(2) Veelal delen de bronstaat en de woonstaat de heffingsbevoegdheid en niet-ingezeten investeerders kunnen dan op grond van verdragen ter voorkoming van dubbele belasting of binnenlandse wetgeving aanspraak maken op een lager tarief of vrijstelling van de bronbelasting in de bronstaat; de procedures om een lager bronbelastingtarief of teruggaaf van ingehouden belasting te vragen, zijn vaak echter ingewikkeld en sterk verschillend van lidstaat tot lidstaat.

(3) Veel lidstaten staan uitsluitend op hun eigen grondgebied gevestigde financiële intermediairs toe om op te treden als inhoudingsplichtige instantie.

(4) De hieruit voortvloeiende complexiteit belemmert de werking van de kapitaalmarkten en verhoogt de kosten van grensoverschrijdende afwikkeling. In de verslagen van de groep-Giovannini van 2001 ("Cross-border clearing and settlement arrangements in the European Union" [1] en 2003 ("Second Report on EU Clearing and Settlement Arrangements" [2] wordt dit als een obstakel voor efficiënte grensoverschrijdende belegging in effecten aangemerkt.

(5) In twee verslagen van de Fiscal Compliance Experts' Group (FISCO-groep) [3], namelijk de "Fact-Finding Study on Fiscal Compliance Procedures Related to Clearing and Settlement within the EU" van 2006 en "Solutions to Fiscal Compliance Barriers Related to Post-Trading within the EU" van 2007, zijn de bestaande procedures voor bronbelastingvermindering onderzocht en voorstellen gedaan om deze efficiënter te laten functioneren.

(6) Zoals in deze verslagen werd aangegeven, zou een belangrijke stap naar de vereenvoudiging van bronbelastingprocedures worden gezet wanneer belastingvermindering wordt verleend bij de inhouding aan de bron in plaats van via een teruggaafprocedure.

(7) Deze vereenvoudigde procedures dienen niet te gelden voor inkomsten uit effecten die onder het toepassingsgebied van andere communautaire wetgeving vallen, namelijk Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten [4] en Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten [5]. Er is ook geen vereenvoudiging noodzakelijk voor de bronbelasting die overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling [6] door sommige lidstaten tijdens de overgangsperiode wordt toegepast in plaats van inlichtingenuitwisseling.

(8) Wanneer het in uitzonderlijke gevallen niet mogelijk is om belastingvermindering aan de bron te verlenen, kunnen de bronlidstaten de huidige situatie ook verbeteren door in een snelle teruggaafprocedure te voorzien.

(9) Teneinde te garanderen dat financiële intermediairs in de Gemeenschap onder gelijke voorwaarden met elkaar kunnen concurreren, moet worden toegestaan dat financiële intermediairs die in een andere lidstaat dan de bronlidstaat gevestigd zijn en als tussenpersoon tussen de emittent van de effecten en de uiteindelijk gerechtigde fungeren, als renseignerende instantie of als inhoudingsplichtige instantie aan de bronbelastingprocedures deelnemen.

(10) In EVA-landen gevestigde financiële intermediairs dienen op dezelfde wijze te worden behandeld als in de lidstaten gevestigde financiële intermediairs, voor zover deze landen administratieve bijstand verlenen op hetzelfde niveau als dat waarin is voorzien bij Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies [7] en Richtlijn 2008/55/EG van de Raad van 26 mei 2008 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen [8].

(11) De lidstaten hebben het legitieme recht om hun belastinginkomsten te beschermen en moeten derhalve van financiële intermediairs kunnen eisen dat deze vooraf machtiging of toestemming verkrijgen om als renseignerende instantie of als inhoudingsplichtige instantie op te treden.

(12) Indien aan financiële intermediairs wordt toegestaan om uitsluitend gebundelde gegevens op het niveau van het bronbelastingtarief door te geven aan de volgende financiële intermediair in een bewaarketen, zou dit bij alle betrokken partijen tot een belangrijke kostenbesparing leiden en de bezwaren inzake gegevensbescherming en concurrentie die aan het doorgeven van cliëntengegevens tussen financiële intermediairs verbonden zijn, wegnemen.

(13) Verdere vereenvoudiging kan worden bewerkstelligd door toe te staan dat, naast een woonplaatsverklaring, andere bewijsstukken worden voorgelegd om de aanspraak op belastingvermindering te staven, zoals een door de investeerder zelf opgestelde verklaring of de identificatiegegevens die door financiële intermediairs worden bijgehouden krachtens Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten [9].

(14) Ter verlichting van de administratieve lasten dient aan financiële intermediairs te worden toegestaan om bescheiden in elektronische vorm te bewaren.

(15) De lidstaten dienen gebruik te maken van de mogelijkheden tot inlichtingenuitwisseling uit hoofde van de communautaire wetgeving en bilaterale belastingovereenkomsten en gezamenlijk of alleen controle uit te oefenen om na te gaan of de financiële intermediairs hun verplichtingen nakomen. Zij moeten ook gebruikmaken van Richtlijn 2008/55/EG en alle vergelijkbare toekomstige instrumenten voor de invordering van belastingschulden in andere lidstaten of EVA-landen.

(16) Deze kwestie is in Commissiewerkgroep IV Directe belastingen en in het Europees Comité voor het effectenbedrijf grondig besproken door de vertegenwoordigers van de lidstaten. Parallel hieraan lopen er ook in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) discussies over procedures voor bronbelastingvermindering,

BEVEELT AAN:

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.